Post | januari 2021 | Nieuws | 4 min lezen

Ans deelt liefde voor lezen via voorlezen

Van 20 t/m 30 januari zijn het De Nationale Voorleesdagen en staan we stil bij voorlezen aan jonge kinderen. Ans is voorlezer van ons project Samenvoorlezen. Haar hele leven is ze al een boekenwurm. Dus toen Ans van Dijk een oproep zag van Samenvoorlezen, op zoek naar voorlezers, wist ze meteen: dat is iets voor mij. Inmiddels heeft ze de afgelopen jaren al zo’n vijftien kinderen voorgelezen. ‘En ik lees al die kinderboeken eerst zelf. Ik moet toch weten wat ik voorlees?’, vertelt Ans.


De eerste keer voorlezen kan ze zich nog goed herinneren. Samen met de begeleider van het project belde ze aan bij een gezin uit Sudan. ‘Zij ging even praten met de ouders, ik ben gaan zitten op de bank en haalde de boekjes uit mijn tas. En vanaf dat punt loopt het vanzelf: de kinderen kiezen een boekje, ik sla het open en ons avontuur begint.’


Gek op lezen

Het voorlezen zit Ans in het bloed. Ze is niet alleen voorlezer voor Samenvoorlezen, ze leest ook voor bij een kinderdagverblijf en sinds kort leest ze elke woensdagochtend een verhaaltje voor aan de kleintjes in de bibliotheek in Bovenkarspel. ‘Ik ben gek op lezen, anders begin je niet aan dit vrijwilligerswerk,’ zegt Ans. ‘Mensen die geen tijd hebben om te lezen? Daar snap ik niks van, daar heb ik altijd tijd voor. Ik lees alles wat los en vast zit, al van jongs af aan. Niet alleen romans, maar ook boeken over tuinieren en over reizen. En kinderboeken, want om het goed voor te lezen, moet ik een boek natuurlijk wel kennen.’


Voorleestrucs

Inmiddels heeft Ans goeie voorleestrucs. Ze begint altijd met prentenboeken, liefst met zo weinig mogelijk tekst. ‘Dan kunnen vader en moeder in hun eigen taal ook met dat boekje aan de slag.’ Kleine kinderen hebben maar een korte aandachtspanne, dat weet Ans heel goed. ‘Een uur voorlezen is voor jonge kinderen gauw te lang. We doen dan ook spelletjes. Ik neem bijvoorbeeld memory-kaartjes mee, en dan vraag ik of ze de olifant willen pakken, of de kever. En zo oefenen we toch het Nederlands een beetje.’ En ze betrekt de kinderen bij het voorlezen, bijvoorbeeld door ze een rol te laten spelen bij het verhaal. Bij één boek heeft ze vingerpoppetjes, waar de kinderen tijdens het lezen mee kunnen spelen. Van de Gruffalo heeft ze een jubileumuitgave gekocht. ‘De kaft vouw je uit tot een theater, zo kun je het verhaal van de Gruffalo naspelen. Kinderen vinden het prachtig, dat heb ik bij het kinderdagverblijf uitgeprobeerd. Als ik zo’n mooi boek zie in de boekenwinkel, kan ik het niet laten liggen!’


Voor grotere kinderen kiest ze andere boeken. ‘Ik kijk naar het leesniveau, dat wordt ook op boeken aangegeven. Maar na leesniveau AVI 5 houdt dat een beetje op. Dan bepalen we gewoon samen welk boek leuk is om te lezen. Liever iets met grotere letters, dat leest makkelijker. Een meisje van tien, waar ik nu al jaren voorlees, wil beginnen aan het Dagboek van een Muts. Nog nooit van gehoord, maar het lijkt me erg leuk.’


Corona: slim zijn

Door de corona-maatregelen moet Ans afstand houden van de grote kinderen die ze voorleest. Hoe moet dat nou, als je niet samen in het boek kunt bladeren? Daar heeft Ans iets op gevonden. ‘Ik leen bij de bibliotheek twee exemplaren van hetzelfde boek. Dan zitten we tegenover elkaar aan tafel, met voldoende afstand, en lezen we in hetzelfde boek. Lezen we toch samen, maar dan op afstand!’


Kinderen uit alle windstreken

Ze was de afgelopen jaren voorlees-Ans voor kinderen uit alle windstreken. ‘Sri Lanka, Sudan, Turkije, Polen, Eritrea, Irak en Iran,’ somt ze op. Dat contact met andere culturen is voor Ans een bonus van haar werk. ‘Ik ben al eens bij mensen uitgenodigd om te blijven eten, heel bijzonder. Het leren kennen van andere culturen vind ik een verrijking.’ Dat niet iedereen dat zo ziet, vindt ze lastig. ‘Een gezin waar ik heb voorgelezen, is weggepest uit hun huis door mensen die niet wilden dat er buitenlanders woonden. Om heel verdrietig van te worden. De mensen waren doodsbang. Ze wonen nu ergens anders, het gaat goed met ze, maar ik schaam me ervoor dat dit in Nederland, bij mij in de buurt, gewoon kan gebeuren.’


Wie leest wie voor?

Voorlezen is heel goed voor de taalontwikkeling, zeker voor kinderen die een andere moedertaal spreken. Zo heeft het voorlezen ook effect op grotere kinderen, en zelfs de ouders pikken er wat van op. ‘Eigenlijk is het niet echt voorlezen, maar samen lezen. Ik lees en de kinderen lezen met me mee. Daar steken ze veel van op. Een meisje waar ik al jaren voorlees, heeft nu een ‘goed’ op haar rapport voor Nederlands. Daar ben ik heel trots op. Een vriendinnetje van een van de voorleeskinderen zei: voorlezen is toch voor baby’s? Zeker niet, zei ik. We lezen toch samen? En later als ik oud ben, kunnen jullie mij voorlezen.’


Voorlezen iets voor jou?

Het project Samenvoorlezen is er voor kinderen vanaf 2 tot 12 jaar die taal- of leesondersteuning kunnen gebruiken. De nationaliteit van de kinderen maakt niet uit, hier geboren of nieuw in Nederland. Als voorlezer bij Samenvoorlezen help je een kind dat moeite heeft met taal en lezen. Je gaat gedurende twintig weken één uur per week bij een gezin thuis voorlezen. Ook ga je samen met het gezin naar de bibliotheek om daar boekjes te zoeken. Zo help je zowel het kind als de ouders boekjes te kiezen die echt bij hen passen. Zo wordt voorlezen nog leuker! Iets voor jou? Laat het ons weten! Stuur een mail naar Anouschka Timm via [email protected] of bel 0229-216499.

Deel blogpost
Gerelateerde blogposts

Al ruim 60 mensen kunnen helpen

| Nieuws
‘Het zitje in de achtertuin op de Kweekwal is weer vrij van onkruid. Maar liefst vier huisvuilzakken vol! Het ...
Lees meer

Een nieuwe vlog!

| Nieuws
Wij gaan geen uitdaging uit de weg en dus maakten we samen met de collega’s een vlog. Vanuit huis en een ...
Lees meer

Vrijwilligers in Coronatijd

| Nieuws
Willem-Jan de Gast brengt maatschappelijke organisaties in beweging. Tijdens een intervisiebijeenkomst die ...
Lees meer